Een Turks-Koerdische vrouw solliciteert naar de functie van commercieel klantadviseur bij een werkgever. De werkgever wijst haar af, omdat ze onvoldoende verkoopvaardigheden en telecomkennis heeft. De vrouw vermoedt dat er sprake is van discriminatie en vraagt het College van de Rechten van de Mens (CRM) om een oordeel.