Een werkneemster, in dienst als medewerker huishoudelijke dienst bij een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking, vertoont volgens de werkgever seksueel overschrijdend gedrag. De werkgever verzoekt de kantonrechter ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de e-, g,- of h- grond. De kantonrechter wijst het verzoek af.