Een vakbond vordert voor de kantonrechter toegelaten te worden tot nog niet bestaande cao-onderhandelingen. De kantonrechter wijst de vordering af, omdat de representativiteit van de vakbond onvoldoende is komen vast te staan. Verder is onvoldoende onderbouwd dat het belang om te worden toegelaten tot de nog niet bestaande cao-onderhandelingen zwaarder zou moeten wegen dan het belang van de werkgever bij een ongewijzigde voortzetting van de huidige medezeggenschapsstructuur.