De werknemer gaat tijdens de COVID-pandemie op vakantie naar Turkije. Vanwege opgelegde reisbeperkingen kan hij pas maanden later weer terug naar Nederland. De werkgever merkt deze periode (gedeeltelijk) aan als onbetaald verlof. De werknemer meent dat hij recht heeft op loondoorbetaling omdat hem geen verwijt kan worden gemaakt van het feit dat hij geen werkzaamheden heeft verricht als gevolg van zijn uitgestelde terugkeer naar Nederland.