Het verschil tussen gevoelde en gemeten werkdruk

Het verschil tussen gevoelde en gemeten werkdruk

Werkdruk gaat niet meer weg, constateert Bas Snippert, vooral bij de overheid. En daar komt onvermijdelijk ook werkstress bij kijken. Hoe kunnen we daarmee omgaan? En wat kan de ondernemingsraad doen om het hanteerbaar te maken?

Werkdruk en werkstress nemen op elk vlak toe. Onder meer door de groeiende hoeveelheid werk, informatie en prikkels die werknemers te verwerken krijgen. Combineer dit met toenemende personeelskrapte en de stijgende vraag naar efficiëntie, en het is begrijpelijk dat veel werkende mensen die werkdruk ervaart als (te) belastend. Bas Snippert heeft, als expert op het gebied van stress en vitaliteit, geregeld te maken met vragen vanuit overheidsinstanties over deze kwesties. We stellen hem daarom enkele gerichte vragen over werkdruk, werkstress en wat de medezeggenschap bij de overheid daaraan kan doen.

Waarom hebben werknemers in de overheid meer last van werkdruk en werkstress dan in de meeste andere sectoren?

‘Het unieke van de overheid als werkgever is het politieke speelveld. Eens in de zoveel jaren treden er grote verschuivingen op, die ook van invloed zijn op de organisatie van het werk. De dynamiek die eigen is aan de politiek sijpelt dus als vanzelf door in de organisatie. Met name in de uitvoerende onderdelen is daardoor de werkdruk hoog. Dat komt onder andere doordat medewerkers in de uitvoering minder hulpbronnen – zoals autonomie, regelmogelijkheden of eigen regie ­ ter beschikking hebben om met die werkdruk om te gaan.’

Boze burgers

Snippert geeft een voorbeeld: ‘Stel je werkt bij de afdeling die verkeerboetes int. Dan krijg je om de haverklap te maken met boze of gestreste burgers die het jou persoonlijk kwalijk nemen dat jij beleid uitvoert, terwijl dat beleid politiek bepaald is. Ik zie dat er bij de overheid veel betrokken, integere en gepassioneerde mensen werken, die moeten dealen met pittige verwachtingen van allerlei kanten. De afgelopen decennia hebben zij erg veel veranderingen doorgemaakt in hun werk, zoals de druk om steeds efficiënter te werken. Tel alle grote politieke affaires en crises die zich op hun werkveld afspelen daarbij op. En dan is het makkelijk te begrijpen hoe hun beleving van psychosociale veiligheid in het geding is op hun werk. Dat geldt voor baliemedewerkers van gemeenten tot Tweede Kamerleden.’

Wanneer is die druk objectief en wanneer subjectief?

‘Vanuit organisaties is de vraag: wat kan de werkgever doen en wat ligt er bij de werknemer zelf? Druk en stress zijn subjectief wanneer ze door een enkele persoon zo worden ervaren. Objectief zijn zaken die meetbaar en tastbaar zijn. Wanneer je vijfduizend personen een vragenlijst laat invullen en daarvan ervaren er drieduizend grote werkdruk, dan heb je een objectief cijfer in handen. Objectief is bijvoorbeeld ook een quotum of wettelijke hoeveelheid handelingen die een bepaalde afdeling moet verrichten, doordat overheidsinstanties verplicht zijn wetten uit te voeren.

Weerbaarder

Wat een enkele persoon hiervan vervolgens ervaart is subjectief. Dezelfde hoeveelheid werk wordt door elk individu weer anders ervaren. Jij neemt het werk ‘s avonds mee naar huis, je collega kan het makkelijk loslaten zodra het vijf uur is. De een is daar kwetsbaarder in, de ander wat weerbaarder. Die subjectieve stress kun je trouwens ook meten met instrumenten zoals een smartwatch.’

Jij ziet ook kansen in die werkdruk en stress. In welk opzicht?

‘Kijk, de objectieve werklast kan de werkgever aanpassen, dat is een kwestie van beleid. Wij doen steeds meer virtueel werk. Vroeger kreeg je misschien vijf brieven op een dag waar je op moest reageren. Nu komt er gewoon geen einde aan de stroom e-mails. Die informatiestromen groeien, daar is geen ontkomen aan. We moeten meer werk doen met minder mensen. En daarvoor moet je het werk slimmer inrichten. Maar we zullen ook moeten kijken bij individuen wat we hieraan kunnen doen. Er valt best wat te ontwikkelen aan het zelfregulerend vermogen van medewerkers. Tegelijk zal de werkgever moeten blijven kijken naar de werkstroom en de middelen die de werknemers ter beschikking staan om hiermee om te gaan.’

En welke rol kan de or spelen in dit spanningsveld?

‘Ik zie best veel aanknopingspunten voor een or. Op de eerste plaats kunnen or-leden hun collega’s erop wijzen dat niet alles hun eigen, individuele verantwoordelijkheid is. Ze kunnen op die manier medewerkers beschermen tegen de overweldigende systemen die grote organisaties nu eenmaal zijn. Door te zeggen: het ligt niet allemaal aan jou dat je het werk niet af krijgt, of dat burgers zo boos reageren. Or-leden kunnen ervoor zorgen dat medewerkers de juiste hulpmiddelen krijgen aangereikt om met werkdruk en stress om te gaan. Zij kunnen bij de werkgever nagaan welke tools hiervoor al beschikbaar zijn, en de collega’s hierop wijzen.

Een brug slaan

De andere rol van de or is om regelmatig bij directie en bestuur te checken of zij de juiste vinger aan de pols houden, en weten wat er gaande is onder werknemers. Zij kunnen het verhaal van de werkvloer aan de beleidsmakers overbrengen. Inclusief de subjectieve beleving, de mens achter de cijfers. In die zin kunnen zij een brug slaan tussen het objectieve en het subjectieve. Ik zie dat als een wipwap: de or kan ervoor zorgen dat de blik van de beleidsmakers niet doorslaat naar de objectieve kant maar ook niet naar de subjectieve.’

Jac. Janssen is freelance journalist en auteur. Van 2017 tot februari 2024 was hij hoofdredacteur van OR magazine (eerst OR Informatie).

Beeld: Shutterstock

Hoe moeten we in een kiesgroepenstelsel omgaan met tussentijdse...

Wij hebben een or die is samengesteld vanuit 4 kiesgroepen. Nu is een tussentijdse vacature ontstaan, maar er zijn geen kandidaten over van de vorige verkiezingen. Hoe moeten we hiermee omgaan? In de rubriek Vraag & Antwoord beantwoordt elke week een expert een vakinhoudelijke vraag.

Beeld: Shutterstock

Model instellingsbesluit vaste financiële commissie

Als or ontvang je regelmatig financiële informatie, zoals kwartaalcijfers, jaarverslagen, begrotingen of overnamegegevens. Het instellen van een financiële commissie kan helpen bij het begrijpen en beoordelen van deze informatie. Met dit voorbeelddocument informeer je de bestuurder over de oprichting van deze commissie.

Manon Wenning

Lid van een startende or: 'We willen over veel iets vinden, maar dat...

Een startende or krijgt vaak veel op zijn bord, maar niet alles kan tegelijk worden opgepakt. In de rubriek Or-lid aan het woord delen or-leden hun ervaringen en uitdagingen. Deze keer: Manon Wenning, tijdelijk voorzitter van een pas gevormde or bij een welzijnsorganisatie.

Beeld: Shutterstock

Bestuurder wil het vertrouwen in de or opzeggen, kan dat?

Onze bestuurder wil het vertrouwen in de ondernemingsraad opzeggen. Hij vindt het overleg te lastig, dat de or het personeel onjuist informeert en onnodig onrust zaait. Kan dat? In de rubriek Vraag & Antwoord beantwoorden onze experts elke week een medezeggenschapsvraag.

Beeld: Shutterstock

Model instellingsbesluit onderdeelcommissie

De or kan een onderdeelcommissie instellen voor een afdeling of locatie, bestaande uit werknemers van het onderdeel en eventueel or-leden. Als de commissie met de leiding mag overleggen, krijgt zij de rechten en bevoegdheden van de or voor dat onderdeel, zoals aangegeven in het instellingsbesluit.

Beeld: Shutterstock

Vrije ruimte WKR stijgt naar 2%, met een verdere verhoging in 2027:...

Vanaf 1 januari 2025 stijgt de vrije ruimte in de werkkostenregeling (WKR). Dit biedt de ondernemingsraad de mogelijkheid om met de directie te bespreken wat er vanuit die vrije ruimte voor medewerkers gedaan kan worden.

Beeld: Shutterstock

Rol van de or bij diversiteit in de top van het bedrijf onder de...

De ondernemingsraad signaleert en agendeert belangrijke thema's zoals diversiteit en inclusie. Met wettelijke taken rond gelijke behandeling en het bevorderen van minderheden op de werkvloer, beïnvloedt de or de man-vrouwverhouding in de (sub)top.

Beeld: Shutterstock

Blijf in je rol: als or-lid ben je expert van de werkvloer, niet van...

Als or-lid hoef je lang niet overal verstand van te hebben. Je kennis breng je in op één vlak: je bent expert van de werkvloer. Je rol is om de bestuurder te vertellen wat er leeft onder je collega's, niet om dat vuistdikke adviesrapport te begrijpen.

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.