De kroning kostte naar een voorlopige schatting 100 miljoen pond! In een land waar 14 miljoen inwoners leven onder de armoedegrens - een inkomen van nog geen 90 pond per week - is dat bizar te noemen. Uitgaande van de 100 miljoen pond voor de benoeming van de spreekpop van de minister-president én de 169 miljoen voor het ter aarde bestellen van diens voorgangerster - komt dat overeen met het totale jaarinkomen van bijna 58.000 van zijn onderdanen.
Goed voor het toerisme!?
Zo’n kroning is wel goed voor het toerisme, argumenteren voorstanders van het (media)spektakel. Leuk, denken die 14 miljoen onderdanen, wat merk ik daarvan? Helemaal niets natuurlijk, want zij behoren niet tot de ondernemers die een hotel, restaurant of een café uitbaten en daardoor van die toeristen kunnen profiteren. Zelfs de werknemers in die sector merken daar niets van: die maken lange dagen in vaak slechte werkomstandigheden, tegen een salaris dat op zijn best hoger is dan het minimumloon.
In 2017 presenteerde een belangenorganisatie een rapport, waarin de opstellers concludeerden dat het Britse koningshuis de belastingbetaler 345 miljoen pond per jaar kost. Dat is inclusief de uitgaven die moeten worden gedaan voor de optrekjes van die uitvreters.
Nietsnutten
Die nietsnutten, die nooit de handen uit de mouwen staken anders dan om een zwaard te hanteren en het geld te tellen dat als gevolg daarvan binnenstroomde, kunnen natuurlijk geen intrek nemen in een rijtjeshuis: de droom van elke onder de armoedegrens levende landgenoot.
Het primaat zit ook hier in de weg
In ons landje is het weinig anders. Maar ook hier is er geen politieke partij te vinden die zich laat voorstaan op het beperken van de vergoeding van onze spreekpop (en zijn hofhouding); laat staan het opheffen van die afdeling. Helaas is er op grond van het primaat van de politiek geen enkele ondernemingsraad die daar op de een of andere manier invloed op kan uitoefenen …