Je zou stil blijven staan omdat de aandacht nu op de or gericht was in plaats van op de doorontwikkeling in je hoofdfunctie. Ook het feit dat je nu kritischer meekijkt met beleid en samenwerkt met de bestuurder en MT-leden zou je een andere, mogelijk negatieve, positie kunnen geven op je eigen afdeling.
Nieuwe kwaliteiten ontwikkelen
Persoonlijk heb ik dit nooit ervaren. Voor mij bood het or-werk juist de kans om andere kwaliteiten te ontdekken en ontwikkelen. Kwaliteiten die ik in mijn hoofdfunctie niet kwijt kan, of in mindere mate. Kritisch lezen, samenwerken in een grote en diverse groep zonder hiërarchie, de juiste vragen stellen. Volgens mij zijn deze kwaliteiten in veel verschillende functies waardevol en kun je dit ook prima gebruiken op je CV of in een sollicitatiegesprek om je ervaring te onderbouwen.
Andere positie op de afdeling?
Een mogelijke andere positie op de afdeling door mijn or-werk heeft voor mij persoonlijk nooit negatief uitgepakt. Collega’s zijn in het begin vooral nieuwsgierig: ik heb op je gestemd, wat ga je nu eigenlijk doen? Soms kwamen ze met vragen, dan kon ik ze doorverwijzen naar de juiste persoon. Mijn kritische houding werd door het management van mijn afdeling, in mijn ervaring, juist gewaardeerd in plaats van gevreesd.
Werelden bij elkaar brengen
Wel voelde ik altijd een kloof tussen mijn hoofdfunctie en mijn werk als or-lid. Misschien speelt hierin in rol dat mijn praktische, actieve hoofdfunctie veel verschilt van het or-werk. Maar het voelde als twee verschillende werelden. Het zou mooi zijn als die twee werelden meer bij elkaar worden gebracht. Dan zou duidelijker worden dat het or-werk je juist helpt ontwikkelen en verrijkt, zonder nadelige effecten voor je carrière!