In dit artikel gaat GMW advocaten in op de mogelijkheden voor de or om invloed uit te oefenen op wijzigingen in beloningen. Ook komt de rol van de or van de Nederlandse dochteronderneming aan bod in het geval de (buitenlandse) moedervennootschap het besluit tot wijziging van bijvoorbeeld een bonusregeling neemt. De Nederlandse orR staat dan zeker niet buitenspel.
Kantonrechter: or heeft instemmingsrecht bij beloningssysteem
Als de ondernemer het beoordelingskader voor toekenning van een bonus wijzigt, dan is sprake van een wijziging van een beloningssysteem in de zin van artikel 27 lid 1 sub c WOR. Dit speelde in een uitspraak van de Kantonrechter Rotterdam van 3 oktober 2024. Van een gegarandeerde bonus vanaf een bepaalde loonschaal, moesten werknemers in de nieuwe systematiek voldoen aan prestatievoorwaarden en gold er een maximum beschikbaar budget. Als gevolg daarvan komen minder werknemers voor een bonus in aanmerking en verandert de onderlinge rangorde van werknemers die wel of niet voor een extra beloning in aanmerking komen. De kantonrechter oordeelde dat de ondernemingsraad van deze onderneming de bonusregeling ten onrechte zonder voorafgaande instemming van de or had gewijzigd en verklaarde het wijzigingsbesluit nietig.
Toetsing instemmingsrecht beloningssysteem
Dit oordeel sluit aan op de gebruikelijke toets bij de vraag óf de or instemmingsrecht heeft. Dat moet worden beoordeeld aan de hand van de onder meer de volgende vragen:
- Het doel van de wijziging. Is de wijziging gericht op de beloningssystematiek of alleen op de hoogte?
- Het onderwerp van de wijziging. Heeft het betrekking op de berekeningsmethode of alleen op de hoogte?
- Gevolgen van de wijziging. Veranderen de criteria op basis waarvan de beloning wordt vastgesteld? En wijzigt hierdoor de onderlinge rangorde van de beloningen, zoals loongroepen of salarisschalen?
Het instemmingsrecht ziet dus op wijziging van een systemen dat beloningen berekent en toekent op basis van functie- of loongroepen. Is er sprake van een duidelijke trendbreuk met het verleden, zoals de kantonrechter het in bovengenoemde procedure noemde, dan is er al snel instemmingsrecht.
Or niet machteloos bij besluit moedervennootschap
Soms voelt de or zich overvallen door de mededeling van de onderneming dat de (buitenlandse) moederonderneming heeft besloten tot wijziging van de beloningssystematiek bij de dochter. Maar machteloos staat de or dan niet per se. Het gaat dan om wijzigingsbesluiten die door een andere ondernemer zijn genomen, maar wel invloed hebben op de medewerkers van de dochteronderneming waarvoor de or is opgericht. Heeft de or daar dan tóch iets over te zeggen? Het concept van toerekening van besluiten van een (buitenlandse) moedervennootschap aan de dochter, kan de or helpen om toch invloed uit te oefenen.
Besluit moeder toerekenen aan dochter geeft or invloed
De or van de dochter heeft wel degelijk invloed als het gaat om een besluit van de moedervennootschap dat rechtstreeks ingrijpt in de dochteronderneming, als er sprake is van een bijzondere zeggenschaps- en bestuursrelatie moeder en dochter. En als het een type besluit is dat de dochter ook zelf zou kunnen nemen. Onder die voorwaarden kan het besluit van de moeder worden toegerekend aan de dochter en kan de or van de dochter vervolgens haar volledige medezeggenschapsrechten uitoefenen tegenover de dochter.
Uit ervaring met dit soort kwesties namens ondernemingsraden weten de advocaten van GMW advocaten dat dit kan voorkomen dat de inspraak en invloed van de Nederlandse werknemers van de dochteronderneming buiten spel wordt gezet. Als de belangen van die Nederlandse werknemers aanzienlijk worden geraakt door het besluit van de moeder dan zal er eerder sprake zijn van toerekening en dus van een wettelijke rol voor de or van de dochteronderneming.
Direct ingrijpend besluit leidt tot instemmingsrecht
Ook dit aspect speelde in de hiervoor genoemde Rotterdamse uitspraak. De Amerikaanse moedervennootschap had daar besloten dat de bonussystematiek wereldwijd zou gaan wijzigen. De kantonrechter stelde vast dat er een bijzondere zeggenschapsrelatie was tussen de Amerikaanse moeder en Nederlandse dochter en dat het wijzigingsbesluit direct ingrijpt in de beloningsstructuur in Nederland. Het gaat daarbij ook om (belonings)beleid waar nu juist de Nederlandse ondernemingsraad mede voor in het leven is geroepen. De Nederlandse dochter kan zich volgens de rechter “niet verschuilen” achter besluitvorming in Amerika. Het besluit wordt dus toegerekend aan de Nederlandse dochteronderneming, ten aanzien van wie de or volgens de kantonrechter dus terecht de nietigheid van het wijzigingsbesluit heeft ingeroepen.
Neem je rol als or bij concernbesluitvorming
Voor de or is het van belang om de motivatie van de ondernemer voor de wijziging van een beloningssysteem kritisch te analyseren, zodat de or beter kan inschatten of de wijziging een significante impact heeft op de arbeidsvoorwaarden van de werknemers. Dit kan bijvoorbeeld door het stellen van vragen tijdens overleg met de ondernemer. Voor zover besluitvorming hierover heeft plaatsgevonden op een hoger niveau in het (internationale) concern, staat de or niet machteloos.
Aan de hand van het concept van toerekening – bij rechtstreeks ingrijpende gevolgen voor de dochter – kan de or wel degelijk alsnog invloed uitoefenen en adequaat de belangen van de werknemers behartigen. Onze advocaten arbeidsrecht en ondernemingsrecht kennen de weg in het medezeggenschapsrecht en kunnen de ondernemingsraad hierbij adequaat adviseren.
Dit artikel is gesponsord door GMW Advocaten en is geschreven door Mark Dijkstra, Seliz Demirci en Koen Vermeulen die zich binnen het kantoor bezighouden met medezeggenschapsrecht.