Interessant onderwerp en goed om eens plenair te bespreken. Er bleken namelijk wel wat misopvattingen te bestaan. Zo waren or-leden verbaasd dat de RvT niet zo hoogfrequent met de RvB vergadert. En dat er eigenlijk ook zo’n duidelijke relatie is tussen de RvT en de or, terwijl die anders wordt ervaren.
Opnieuw kwam vanuit de ondernemingsraad de wens naar voren om in de toekomst meer contact te hebben met de RvT. Maar waarom dan, met welk doel en hoe gaan we dat bereiken? Het was best lastig om bovenstaande vragen met elkaar te beantwoorden, alleen al omdat we weer even in de huid van de toezichthouder moesten kruipen. Hoe maken we ons aanbod om meer contact te hebben ook aantrekkelijk voor hen?
Organisatieverandering
Organisaties veranderen steeds vaker van lineaire, hiërarchische organisaties naar netwerkorganisaties. Tijdens mijn opleiding tot toezichthouder was er aandacht voor de invloed van deze verandering op het toezichthouden. Een netwerkorganisatie waarin tijdelijke samenwerkingsvormen en zelforganisatie centraal staan, vraagt een andere aanpak van de bestuurder en daarmee ook van de RvT. In netwerkorganisaties verschuift de rol van een RvT van de controlerende naar een meer adviserende en coachende rol.
Nu dacht ik tijdens die cursus ineens: natuurlijk, wij moeten als or ook mee in diezelfde verandering! We zijn tenslotte ook één van de hoeken van de driehoek. Als wij niet meeveranderen raakt de driehoek uit verhouding en creëren we, mogelijk onbedoeld, lange zijden. En ik stel mij zo voor dat die dan ook moeilijker overbrugbaar worden.
(On)Gewenst advies
In beginsel hebben we als or ook een meer controlerende rol: we behandelen de stukken die ons worden aangeleverd door de RvB. Bij de behandeling kijken we kritisch mee, bevragen we de opsteller(s) van het stuk en de medewerkers op wie het betrekking gaat hebben. Daarna geven we onze bevinden terug in ons antwoord naar de RvB. Steeds vaker bevat dat antwoord ook adviezen. Niet alleen wanneer daarom gevraagd wordt, bij een adviesplichtig of instemmingsplichtig stuk. Maar ook wanneer een stuk ter informatie aan ons wordt voorgelegd.
Als je denkt aan de verschuiving in organisatiestructuur die plaatsvindt, en de invloed die dit al heeft op het werk van de RvB en de RvT, dan zou de focus van de or ook mee moeten verschuiven. Die focus moeten we dan verleggen van de meer controlerende, naar de meer adviserende rol; en uitdragen dat wij als or ook op dat gebied kunnen bijdragen.
Marloes Steenhuisen, or UMC Utrecht