Eén kandidaat is geen or

Eén kandidaat is geen or

Onlangs werd ik gebeld door een or-lid. Hij was net nieuw verkozen in de ondernemingsraad, maar was slechts de enige kandidaat. Hij vroeg zich af of hij nu in zijn uppie een or was, en wat te doen. Eerlijk gezegd heb ik dat als trainer niet eerder aan de hand gehad, dus ik heb eerst wat onderzoek gedaan.

In een wat ouder artikel kwam ik de stelling tegen: één is geen. Ofwel een or met slechts één kandidaat heeft geen bestaansrecht. Een andere invalshoek was de ‘romp-or’. De or met slechts 1 or-lid heeft hier de taak om zo snel mogelijk verkiezingen uit te schrijven, maar kan geen rechtsgeldige vergaderingen houden.

Een jurist gaf het antwoord dat je eerst het or-reglement hierop moet naslaan. Wat staat hierover in hun eigen reglement? Een andere jurist gaf aan: één or-lid kan, maar het is wel zaak zo spoedig mogelijk weer tussentijdse verkiezingen uit te schrijven.

Geen animo voor or-werk

Het bewuste or-lid, laten we hem Martijn noemen, acht de kans van slagen voor nieuwe leden bij tussentijdse verkiezingen niet groot. Er was helemaal geen animo binnen de organisatie voor het or-werk, hij schat de kans nihil dat er alsnog nieuwe kandidaten komen.

Is deze organisatie een arbeidersparadijs, of het omgekeerde?”

Interessant is om te onderzoeken wat de reden is dat er geen kandidaten zijn. Is deze organisatie een arbeidersparadijs, waar werknemers geen behoefte hebben aan medezeggenschap? Of is het omgekeerde het geval?

Ik vroeg hem hoe de bestuurder op het bericht had gereageerd. Er was een overlegvergadering geweest met nog enkele oud-or-leden waarbij het ter sprake was gebracht maar de bestuurder was er niet op ingegaan.

Bestuurder neemt or niet serieus

In het gesprek met de oud-or-leden bleken zij teleurgesteld te zijn. Ze hadden de ervaring dat hun inbreng niets uithaalde en dat de bestuurder toch gewoon zijn zin deed. Dit beeld herken ik van een andere groep, waar ook enkele leden zijn opgestapt omdat zij vinden dat de bestuurder onvoldoende doet met hun inbreng.

Elke bestuurder krijgt de or die hij/zij verdient ”

Dit is een gevleugelde uitspraak met een kern van waarheid. Gedrag roept gedrag op. Als de bestuurder de or als een opgelegde verplichting ervaart, is het voor de or een worsteling om in de positie te komen waarin zij hun meerwaarde kunnen laten zien.

De urgentie opvoeren

Probeer voor de collega’s (maar ook aan de directie) de mogelijke gevolgen te schetsen van een ’gebrekkige or’, op een manier die de directie en de collega’s aanspreekt. Met als (mogelijk) gevolg dat mensen zich kandideren; dan wel oproepen om zich te kandideren. Zo stelde ik mijzelf samen met enkele vakgenoten vorig jaar kandidaat voor het bestuur van de beroepsvereniging voor medezeggenschap (BVMP). Ik deed dat na een oproep met de mededeling dat de vereniging ter ziele zou gaan als niemand zich wilde kandideren.

Organiseer steun

Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat je als ondernemingsraad een duidelijke positie krijgt, inclusief de steun van directie en personeel. Daarbij kun je externe hulptroepen aantrekken: in de vorm van ambtelijke ondersteuning, een adviseur – coach voor de or en/of voor de verkiezingen. Dit kan helpen om de or meer op de kaart te zetten. En serieus genomen te worden.

Tineke Visser is trainer, adviseur en procesbegeleider medezeggenschap en eigenaar TienOpleidingen.nl. Contact? Tineke.visser@Tienopleidingen.nl

Tineke Visser is trainer, adviseur en procesbegeleider medezeggenschap en eigenaar van TienOpleidingen.nl.

Onderwerpen aanpassen

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.