Op het landgoed De Zonneheuvel, de thuishaven van SBI-Formaat, werd ingegaan op de geschiedenis van de medezeggenschap, op het werk van de commissie bevordering medezeggenschap en op de verhouding tussen vakbond en or. Kortom een must voor iemand die zich nog voor de verzelfstandiging van de or (1979) al bezighield met dit fenomeen.
Door een wat ongelukkige samenloop van omstandigheden moest ik helaas verstek laten gaan. Gelukkig was een van mijn partners in crime wel in de gelegenheid om aan de bijeenkomst deel te nemen. De bijeenkomst was nauwelijks op gang, toen hij me appte dat hij bijkans van zijn stoel was gevallen. Wat was het geval: de directeur van het SBI had laten weten dat participatie – in besluitvorming – geen medezeggenschap is!
Dicht(er) bij je principes komen
Stel: je werkt in een organisatie waar de or het principe hanteert dat, nadat bleek dat niets doen geen oplossing is, niet hìj in de gelegenheid moet worden gesteld te participeren in het bedenken van mogelijke oplossingen, maar de collega’s over wier werk en werkomstandigheden het gaat. Hoe dichter kun je bij het principe komen van ‘bijdragen aan het goed functioneren van de organisatie’ (Wor art. 2)? Hoe groot kan het draagvlak zijn en daarmee de effectiviteit voor die noodzakelijke aanpassingen, als betreffende collega’s het gevoel hebben eigenaar van die wijziging te zijn?
In een ziekenhuis werden er plannen ontwikkeld om de structuur van de afdeling Opleidingen flink te wijzigen. Betreffende medewerkers hadden werkelijk geen idee van noodzaak, nut en urgentie om dat te doen. Maar na een overleg met RvB lieten enkele leden van de or weten vertrouwen te hebben in de voorgestelde wijzigingen en er dus een positief advies in het verschiet lag.
Ik snap die SBI-directeur wel: ondernemingsraden die dit principe hanteren, zullen niet voor scholing bij het SBI aankloppen. Of was hij geërgerd over mijn laatste blog …