Geschreven door Seliz Demirci van GMW Advocaten.
Vanaf 2024 moeten alle beursgenoteerde bedrijven binnen de Europese Unie rapporteren over hun duurzaamheidsbeleid. Deze verplichting vloeit voort uit de Europese richtlijn Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Vanaf boekjaar 2025 geldt deze plicht ook voor alle grote ondernemingen. De CSRD verwacht van ondernemingen dat zij rapporteren over hun duurzaamheid door middel van drie duurzaamheidscriteria: Environment (milieu), Social (sociaal) en Governance (bestuur). Over deze gebieden moeten ondernemingen verslag doen in een zogenoemde ‘ESG-rapportage’.
ESG-criteria
Bij de onderwerpen waarover bedrijven verslag moeten doen op basis van de ESG-wetgeving valt te denken aan de CO2-uitstoot van het bedrijf, de man-vrouwverdeling in de top, personeelsbeleid en klimaatverandering. Het aandachtsgebied ‘Social’ uit de term ESG verwijst naar sociale criteria die worden gebruikt om de maatschappelijke impact van een bedrijf te beoordelen. Als onderdeel daarvan moet de onderneming actief haar stockholders informeren over de maatregelen die zij treft om een veilige, sociaal-ethische werkomgeving te waarborgen. Het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag en intimidatie op de werkvloer zijn eveneens onderwerpen waarover een bedrijf verslag moet uitbrengen.
Grensoverschrijdend gedrag is de laatste jaren een veelbesproken onderwerp, mede als gevolg van de #MeToo-beweging die in 2017 op gang kwam en de toenemende aandacht voor andere maatschappelijke onderwerpen, zoals diversiteit en inclusiviteit. Ook in de politiek staat het thema hoog op de agenda. Er zijn diverse initiatieven om de aanpak van grensoverschrijdend gedrag te stimuleren, zoals een wetsvoorstel dat werkgevers verplicht om een vertrouwenspersoon aan te stellen en de publicatie van de ‘Handreiking Meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer’ van regeringscommissaris Mariëtte Hamer. Het belang van een arbeidsomgeving waarin (seksueel) grensoverschrijdend gedrag niet meer voorkomt is duidelijk, zo laat de praktijk zien. De ESG-criteria kunnen als leidraad dienen voor het aanpakken van grensoverschrijdend gedrag binnen organisaties. Daarin is ook voor de OR een belangrijke taak weggelegd.
Rol van de OR
De OR heeft al bepaalde bevoegdheden als het gaat om het bevorderen van een sociaal-ethische werkomgeving. Zo heeft de OR een rol bij de verplichting van de onderneming om de Arbowet na te leven. Uit de Arbowet volgt dat werkgevers psychosociale arbeidsbelasting zoveel als gevolg van ongewenst gedrag of een te hoge werkdruk zoveel mogelijk moeten voorkomen.
De OR heeft daarnaast een zorg- en stimulerende taak op grond van artikel 28 WOR. Dat houdt in dat de OR moet toezien op de naleving van de regels op een aantal gebieden binnen de organisatie. Denk daarbij aan voorschriften met betrekking tot arbeidsomstandigheden, maar ook het waken tegen discriminatie en het bevorderen van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen.
Een ander belangrijk aandachtspunt voor de OR is dat de bestuurder ervoor moet zorgen dat werknemers gezond en veilig kunnen werken. Gezonde en veilige arbeidsomstandigheden beginnen bij het opstellen van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Daarin wordt in kaart gebracht welke risico’s werknemers lopen bij het verrichten van hun werkzaamheden. Bij de wijziging van de RI&E heeft de OR instemmingsrecht (artikel 27, lid 1 sub d WOR).
Handvatten
Het hiervoor besprokene laat zien dat de OR al een belangrijke rol speelt als het gaat om het bevorderen van een sociaal veilige werkomgeving. Hieronder volgen enkele handvatten waarmee de OR verder aan de slag kan gaan met dit onderwerp als onderdeel van de ESG-rapportage.
- De OR kan er bij de bestuurder op aandringen dat er beleid komt over het monitoren en aanpakken van grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer en meebeslissen over de vormgeving daarvan. Daarin kan onder meer aandacht worden besteed aan gedragsnormen op de werkvloer, het melden van een klacht en de aanstelling van een (interne of externe) contactpersoon.
- De OR kan bij de vergadering rondom de algemene gang van zaken in de organisatie (artikel 24 WOR) en bij advies- en instemmingsverzoeken aandacht besteden aan het thema. Hij kan daarbij wijzen op het belang van ESG voor de continuïteit van het bedrijf.
- De OR kan de sociale thema’s die terugkomen in de EGS-rapportage in zijn eigen jaarplanning opnemen.
- De OR kan er op toezien dat de risico’s van ongewenste omgangsvormen zijn opgenomen in de RI&E.
- De OR kan beleid en interne procedures evalueren en zo nodig actualiseren, om ervoor te zorgen dat deze conform de ESG-criteria blijven.
- De OR kan ervoor zorgen dat het onderwerp ook binnen de hogere laag van de organisatie aandacht krijgt en daarmee tevens betrokkenheid realiseren van het management.
- De OR kan zijn initiatiefrecht (artikel 23 WOR) gebruiken en zelf cursussen voorstellen die medewerkers bewust maken van intimiderend, discriminerend en grensoverschrijdend gedrag.
Dit artikel is gesponsord door GMW Advocaten.