Robbert van het Kaar overleed op maandag 16 september 2024 aan de gevolgen van een val eerder in het jaar. Hij werd 67 jaar oud.
Hij promoveerde in 1995 op het onderwerp 'medezeggenschap bij fusies en ontvlechting', maar was al vóór die tijd een duidelijk aanwezige stem op het gebied van medezeggenschap, zowel op nationaal als Europees niveau.
Tik zijn naam in op een zoekmachine en het duizelt je al snel van het aantal werkzaamheden en instanties waarbij hij betrokken was. Zo was hij onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam (en daarvan het Hugo Sinzheimer Instituut en AIAS), onafhankelijk lid bij de SER, betrokken bij de Alliantie Medezeggenschap en Governance.
Na zijn pensionering werd hij onder meer docent maar bleef evengoed actief voor diverse SER-commissies. Zijn kennis en expertise lagen in de medezeggenschap en het arbeidsrecht. Maar hij was ook iemand die zich graag op bestuurlijk niveau mengde in wat hem aan het hart ging.
‘Je kon niet om Robbert heen’
Marion Winnink, werkzaam bij de SER-Commissie Bevordering Medezeggenschap (CBM), kende Robbert sinds de jaren ‘90. In de tijd dat ze hoofdredacteur van OR Informatie (de voorloper van OR magazine) was, kregen zij een intensiever contact. Robert was lange tijd lid van de adviesraad van het magazine. Winnink: "Je kon letterlijk niet om hem heen als het om medezeggenschap gaat."
Bij de CBM zat hij in tal van werkgroepen, zoals die voor het voorbeeldreglement, nalevingsonderzoek, richtlijn loontransparantie en toekomstgerichte medezeggenschap. Hij was in feite betrokken bij elk onderwerp waar de CBM zich sterk voor maakt.
"Robbert wàs medezeggenschap", zegt Winninks collega Sophia Geelkerken. "Je kon ook altijd bij hem aankloppen. Hij kende natuurlijk de wet op zijn duimpje. Maar als hij eens het antwoord niet direct wist, kon hij je precies doorverwijzen naar die ene persoon die je wèl verder kon helpen. Ook zijn netwerk was enorm. Zowel nationaal als internationaal."
Dat had wellicht te maken met zijn verschillende invalshoeken op de medezeggenschap, naast zijn rol als wetenschapper. Zo was hij al zo’n twintig jaar werknemerscommissaris voor enkele organisaties.
Indrukwekkende lijst publicaties
Ook zijn lijst met publicaties is indrukwekkend. Steven Jellinghaus, zijn co-auteur van diverse boeken en andere publicaties, meldt dat Robbert de laatste tijd eveneens actief was op het gebied van corporate litigation: juridische geschillen binnen organisaties of tussen directies en aandeelhouders. "Opvallend is dat hij dit deed zonder een juridische opleiding. Hij is van huis uit econoom", zegt Jellinghaus. Het zegt veel over zijn vermogen om zaken analytisch en vanaf een afstand te beschouwen.
Robbert was secuur in zijn werk. Hij stond ook bekend als een uitstekend voorzitter die iedereen in zijn waarde liet, maar tegelijk helder was in de normen waar hij aan hield. Hij was professioneel kritisch maar nam evengoed de moeite om te zeggen dat hij iets goed vond, zoals een in zijn ogen geslaagde editie van OR Informatie over medezeggenschap in het MKB. Wie hem kende weet dat hij een aimabel persoon was, en bovendien erg behulpzaam.
'Ik ben een dinosauriër'
Winnink en Geelkerken kenschetsen hem als hem ‘gedreven, motiverend en inspirerend.’ Hij noemde zichzelf weleens de 'dinosauriër van de medezeggenschap', vertelt Winnink. "Maar dat betekende zeker niet dat hij uit de tijd was. Hij had een lenige geest en bleef altijd met zijn tijd meebewegen." Niet voor niets was hij actief voor de werkgroep Toekomstgerichte medezeggenschap.
Schaken
Uiteraard was hij veel meer dan alleen zijn werk, hoe hartstochtelijk en voortvarend hij daarin ook was. "Hij kon met iedereen overal over praten", schrijft Robert Kikkert in zijn In Memoriam voor Robbert op de site van schaakvereniging Caissa. Schaken was een andere grote passie, wat onder meer tot uitdrukking kwam in zijn functie als bestuurder van het Max Euwe Centrum. Nog een illustratie van zijn analytische geest die graag een vinger in de pap hield.
Voor de wereld van de medezeggenschap betekent het overlijden van Robbert van het Kaar een onvervangbaar verlies. Op menselijk vlak laat hij drie zoons na. Voor hen geldt Robberts onvervangbaarheid in absolute zin. Wij wensen hen alle nodige kracht toe bij het verwerken van dit verlies.