Agenten van het basisteam Centrum van de Rotterdamse politie maakten zich in contacten met hun directe collega’s schuldig aan racisme, seksueel overschrijdend gedrag en structureel pestgedrag. Het Nederlandse dagblad NRC publiceerde hierover op 19 en 20 augustus vertrouwelijke onderzoeksrapporten waarin dit staat. De dagen erna was in de pers regelmatig aandacht voor het onveilig werkklimaat bij de politie van Rotterdam.
Bij nadere beschouwing blijkt dat, naast de verziekte werksfeer zelf, ook in de preventie en het onderzoek naar deze problemen steken zijn gevallen.
Onvoldoende checks and balances
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Fred Westerbeke, hoofdcommissaris in Rotterdam. Om de schijn van keuring van eigen vlees te vermijden en om de indruk weg te nemen dat hij zichzelf en de leiding van zijn eenheid buiten schot zou willen houden, lag het voor de hand dat Westerbeke al vanaf de opdrachtverlening checks and balances zou inbouwen en deskundige derden over zijn schouder mee zou laten kijken.
Dat lijkt niet te zijn gebeurd. Zo moest Westerbeke in de uitzending van Nieuwsuur op 20 augustus schoorvoetend beamen dat hij, in strijd met de gemaakte afspraken, de landelijke coördinator tegen racisme en discriminatie niet heeft geconsulteerd.
Onderzoek naar veiligheid is onveilig
Onderzoek naar sociale (on)veiligheid stelt hoge eisen. Medewerkers stimuleren om aan onderzoek mee te werken, lukt alleen als de veiligheid van de deelnemers aan het onderzoek gewaarborgd is. Over de openbaarheid van de resultaten van het onderzoek moeten van tevoren duidelijke afspraken worden gemaakt. Je wilt niet dat de leiding bepaalt of en hoe het rapport openbaar wordt gemaakt.
Voor het onderzoeksrapport in Rotterdam gold dat de medewerkers het rapport alleen mochten inzien onder toezicht van hun leidinggevende. Dat roept vragen op: was er sprake van een leidinggevende die wellicht wegkeek? Of moet de leidinggevende verantwoordelijk worden gehouden voor het voortduren van misstanden? Hoe veilig is die setting voor mogelijke slachtoffers en vermeende daders?
Aarzeling bij melden misstanden
Liesbeth Huyzer, plaatsvervangend korpschef van de nationale politie, geeft ook aan dat collega’s aarzelden zich te melden omdat ze niet willen dat dit leidt tot ontslag van een collega (zie berichtgeving NRC op 2 september). Zichtbare inspraak van de or op de opzet van het onderzoek had die aarzeling onder collega’s wellicht weg kunnen nemen.
Or: wel gehoord en wel gezien, maar niets gedaan?
De aanloop naar het onderzoek roept de vraag op of Westerbeke, naast externe deskundigen, de ondernemingsraad buitenspel heeft gezet door deze er niet tijdig bij te betrekken. Het roept ook de vraag op of de or wel al zijn mogelijkheden heeft benut. De or is door de wetgever toegerust om de leiding over dit onderwerp tegenspel te kunnen bieden en om voor machtsevenwicht te zorgen.
Indien de or zorgwekkende signalen van collega’s opvangt, kan hij verschillende acties ondernemen tegen een onveilig werkklimaat:
- De or heeft volgens de Wor een signalerende taak en de verantwoordelijkheid om zich in te zetten voor een veilige werkomgeving en te waken tegen discriminatie, enzovoort. Er bestaat geen verbod om met individuele signalen aan de slag te gaan. Al zijn bevindingen kan de or inbrengen in het overleg met de bestuurder.
- De bestuurder heeft de plicht om de or tijdig te voorzien van alle gegevens die de ondernemingsraad nodig acht voor de vervulling van zijn taak. Zo had de or vooraf door Westerbeke ongevraagd geïnformeerd moeten worden over het voornemen tot het verstrekken van de opdracht aan Governance & Integrity. Dit staat in Artikel 31 lid c van de Wor).
- Adviseer (ongevraagd) over de opzet van een onderzoek en controleer de veiligheid voor melders. Verbreed de onderzoeksopzet van alleen sociale veiligheid (zijn alle voorzieningen op orde?) naar psychologische veiligheid (hoe veilig is de onderlinge communicatie?)
- Verharding en polarisatie hebben effect op de psychologische veiligheid. Het gaat ten koste van de subtiele, veilige interactie tussen collega’s, omdat mensen zich steeds meer onvrij voelen. Dus aarzel niet langer en ga ermee aan de slag. Check ook de veiligheid binnen de or, want de or kan evengoed onderdeel zijn van de onveilige organisatie.
- In de Arbowet staat bovendien dat onderzoek naar pesten en naar de veiligheid van de werkplek (psychosociale arbeidsbelasting) thuishoort in de RI&E (Risico Inventarisatie en Evaluatie) van iedere onderneming. De opzet van dit onderzoek en het plan van aanpak vallen onder het instemmingsrecht van de or. Mogelijk ligt daar nog een aanknopingspunt voor de or in de toekomst?
Or staat niet met lege handen
De or is voor zijn handelen niet afhankelijk van zijn bestuurder. Het is aan iedere or om onmiddellijk in actie te komen. Collega’s verdienen die steun. Er staan kernwaarden op het spel. De ondernemingsraad kan met gezag en gebruikmaking van zijn bevoegdheden stimuleren het goede te doen. De or heeft de wet aan zijn kant.