Bijzonder eigenlijk, dat we er wel vaak over praten, maar dat er in mijn tijd als or-lid nog maar weinig veranderd is. Een andere vorm van medezeggenschap wordt vaak aangedragen als oplossing voor verschillende problemen. Maar recent is daar voor mij een nieuwe invalshoek bij gekomen. Namelijk: sluit de huidige vorm van medezeggenschap nog wel aan bij de behoeftes van de or? En bij de veranderende behoeftes van de medewerkers en de organisatie?
Veranderende behoeftes
Binnen de organisatie is de werkwijze in de afgelopen jaren veel veranderd. Denk bijvoorbeeld aan meer digitaal werken. Maar ook aan het toepassen van bepaalde technieken om efficiënter en kortcyclisch te kunnen werken. Logisch dat dit verandert, zult u misschien denken, het past zich aan de vraag aan die er op dat moment is en aan de tijd waarin we leven.
Maar dan vraag ik mij af, hoe zit dat dan met de medezeggenschap? De manier waarop we die hebben ingericht is bij ons al jaren hetzelfde. Met dezelfde doorlooptijd van de stukken. Sluit dit dan nog wel voldoende aan op hoe de processen in de rest van de organisatie zijn ingericht?
Toen wij als or van de RvB uitbreiding kregen van onze uren, werd ook de vraag gesteld of we wilden kijken of het mogelijk was om het or-werk efficiënter in te richten. Een terechte vraag volgens mij, omdat deze vraag niet alleen bij ons maar overal in de organisatie wordt gesteld. Ook binnen de or veranderen de behoeftes. We zijn op zoek naar een manier om meer contact te hebben met onze achterban, maar hoe kunnen we die in deze tijd het beste bereiken? We willen diversiteit binnen de or, een raad die een weerspiegeling is van de organisatie. Maar hoe kunnen we al die verschillende mensen enthousiasmeren voor de medezeggenschap?
Begin klein
Hoewel de behoeftes van alle partijen aan het veranderen zijn lijkt het kiezen voor een andere vorm van medezeggenschap toch al snel een te grote opgave. Het gaat natuurlijk veel energie kosten om de verandering door te voeren. Ook horen we uit andere ziekenhuizen wisselende verhalen over het uiteindelijke resultaat.
Misschien hoeven we niet eens zo groot te denken. En zijn er ook andere kleinere veranderingen die bij kunnen dragen aan vernieuwing van de medezeggenschap. Natuurlijk moeten wij als or hierbij waken voor het behoud van onze rechten en plichten. Maar wellicht is het goed om toch eens samen met alle “stakeholders” te inventariseren in welke mate onze behoeftes overeenkomen en of deze voldoende zijn afgestemd op elkaar en op de toekomst. Tijdens de eerstvolgende or training gaan we hierover in gesprek met de RvB, ik ben heel benieuwd!