Dit overzichtsartikel zet al de vaststaande en mogelijke wetwijzigingen op een rij.
Wat verandert er in 2023?
Tegemoetkoming bij beroepsziekten door gevaarlijke stoffen
Per januari 2023 treedt de nieuwe regeling ‘Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten’ (TSB) in werking. Met deze regeling kunnen medewerkers die ziek zijn geworden door het werk met gevaarlijke stoffen sneller en eenvoudiger aanspraak maken op een eenmalige financiële tegemoetkoming.
De regeling geldt voorlopig nog voor drie beroepsziekten: longkanker door asbest, allergische astma en de ‘schildersziekte’ (OPS/ CSE). In de komende jaren wordt de lijst met beroepsziekten door stoffen waarvoor de regeling geldt, verder uitgebreid. Meer informatie bij de Rijksoverheid.
Aanvullende RI&E (ARIE)
Waarschijnlijk per 1 januari 2023 wordt de aangepaste regelgeving van kracht over risico’s zware ongevallen met gevaarlijke stoffen. Deze regeling geldt voor risicovolle bedrijven die werken met een zodanige hoeveelheid gevaarlijke stoffen dat deze een zwaar ongeval kunnen veroorzaken.
Door de aanpassing komen minimaal 200 extra bedrijven onder de deze regeling ‘Aanvullende Risico-Inventarisatie en -Evaluatie’ (ARIE) te vallen. Deze bedrijven moeten dan aan de ARIE-verplichtingen gaan voldoen. Hierbij hoort:
- het uitvoeren van een aanvullende RIE inzake de beheersing van de risico’s van zware ongevallen;
- het ontwikkelen en invoeren van een veiligheidsbeheerssysteem;
- het opstellen van een intern noodplan.
Ook moeten alle bedrijven die ARIE-plichtig zijn als werkgever een eenmalige melding aan de Nederlandse Arbeidsinspectie doen. Nieuwe ARIE-bedrijven hebben dan tot 1 januari 2024 de tijd om aan de verplichtingen van de ARIE te voldoen.
NB Omdat er een verband is met de nieuwe Omgevingswet, zou de invoering van deze nieuwe ARIE-regels en de overgangsperiode nog kunnen opschuiven. Meer informatie bij Arboportaal.
Nieuwe Omgevingswet
De Wet milieubeheer zal per juli 2023 (grotendeels) opgaan in de Omgevingswet. De Omgevingswet bundelt een lappendekken aan wetten en voorschriften in één wet. Daarnaast zorgt de wet voor één digitaal loket voor het aanvragen van vergunningen en starten van projecten. Ook bevat de Omgevingswet enkele nieuwe voorschriften, zoals een verplichting tot het aanwijzen van Veiligheidscoördinator bij bouw- en sloopwerkzaamheden. Deze functie richt zich vooral op de veiligheid in de directe omgeving van de plek waar wordt gebouwd.
De invoering van de nieuwe Omgevingswet stuit op allerlei inhoudelijke en ICT-problemen, waardoor de datum al meerdermalen is verschoven. Het is goed mogelijk dat ook de nieuwe datum van juli 2023 niet wordt gehaald. Voor meer informatie over de Omgevingswet, zie de website Aan de slag met de omgevingswet.
Energielabel voor kantoren
Jaren geleden is door de Rijksoverheid afgekondigd dat kantoren die groter zijn dan 100 m2 in 2023 minimaal aan energielabel C moeten voldoen. Begin 2022 bleek vier op de tien Nederlandse kantoren nog niet over dat label te beschikken. Als een kantoorgebouw in 2023 niet is verduurzaamd volgens energielabel C, wordt een boete opgelegd of mag de werkgever het pand niet meer als kantoor gebruiken. Overigens is label C maar een eerste stap. In het jaar 2030 moeten deze kantoorgebouwen aan energielabel A voldoen. Meer informatie hierover bij de Rijksdienst voor ondernemend Nederland (rvo).
Recente wetswijzigingen
Strengere toetsing RI&E’s
Sinds juli 2022 geldt nieuwe regelgeving voor de toetsing van een RI&E. Zo’n toetsing door een gecertificeerde kerndeskundige is wettelijk vereist. Tenzij er dan 25 medewerkers werkzaam zijn in een organisatie, en een erkend RI&E-instrument van de sector wordt gebruikt.
De strengere eisen aan de toetsing betekenen in de praktijk dat een nieuwe RI&E aan meer eisen moet voldoen om een positief advies te krijgen van een toetser. Sommige eisen zijn daadwerkelijk nieuw, andere golden al maar zijn nu meer aan het licht gekomen. Het is de vraag of de grote lijst aan zwaardere eisen tot de beoogde kwaliteitsverbetering leidt. Het is ook mogelijk dat dit de weerstand vergroot om een RI&E uit te voeren.
Enkele belangrijke onderdelen uit de verzwaarde RI&E-toets:
- Er moeten meerdere gecertificeerde toetsers worden ingeschakeld voor de toetsing van een nieuwe RI&E. Eerst was één gecertificeerde toetser voldoende. Nu kan het aantal, afhankelijk van de aangetroffen risico’s, oplopen tot drie.
- Per aangetroffen knelpunt moet de ‘basisrisicofactor’ worden aangegeven.
- Bij ieder aspect dat niet als knelpunt wordt aangemerkt, moet de invuller beargumenteren dat dit punt daadwerkelijk in het bedrijf in orde is.
- Een RI&E moet aantoonbaar zijn gebaseerd op analyses van het ziekteverzuim en de ongevallenregistratie, resultaten uit PAGO’s en inzichten van de medewerkers, de preventiemedewerker en de bedrijfsarts.
- Maatregelen in de RI&E moeten SMART geformuleerd zijn en moeten zich richten op de aanpak van de achterliggende oorzaken van een knelpunt.
- Als een werkgever bij een maatregel niet kiest voor bronaanpak, moet hij dat voortaan in de RI&E beargumenteren.
- Verder is nu een vereiste dat in de RIE per maatregel wordt beschreven:
- hoe een maatregel precies wordt ingevoerd,
- welke maatregelen al zijn genomen,
- hoe de effectiviteit van de nieuwe maatregel wordt ingeschat, en:
- of de maatregel ook ongewenste consequenties heeft.
- De RI&E moet verder beschrijven:
- het benodigd aantal preventiemedewerkers, met hun tijdsbesteding, deskundigheden en plaats in de organisatie;
- de uit te voeren nadere inventarisaties;
- het Arbobeleid en de organisatie van de bedrijfshulpverlening met daarbij een beoordeling of deze beide zaken in de praktijk ook operationeel zijn;
- welke medische onderzoeken (PAGO’s) nodig zijn en met welke frequentie;
- de risico’s voor bijzondere groepen als jeugdigen, ouderen, zwangere vrouwen, mindervaliden, derden, stagiaires en uitzendkrachten, bewakingspersoneel en schoonmaakpersoneel.
Meer informatie is te vinden in de Staatscourant.
Gewijzigde NEN-norm tillen en dragen
De norm NEN-ISO 11228-1 voor het beoordelen van fysieke belasting in werksituaties is onlangs herzien. De belangrijkste wijzigingen die zijn aangebracht hebben betrekking op de manier van beoordelen van tillen, neerzetten en dragen. Voor arbofunctionarissen is het van belang om na te gaan of deze nieuwe inzichten zijn verwerkt in de methode die ze gebruiken bij de RI&E fysieke belasting in hun eigen organisatie.
Wetsvoorstellen in de pijplijn
Alcohol- en drugsbeleid
Enkele jaren geleden heeft de Autoriteit Persoonsgegevens duidelijk gemaakt dat het testen van medewerkers op het gebruik van alcohol en drugs alleen is toegestaan bij enkele beroepen die bij wet zijn aangewezen. Het betreft risicovolle beroepsgroepen in luchtvaart, scheepvaart, trein- en wegverkeer. Voor alle andere beroepen mag een werkgever geen test laten afnemen. Niet bij wijze van steekproef, niet bij een concreet vermoeden van middelengebruik, niet als de medewerker daarmee instemt, en ook niet als de test door een (bedrijfs)arts wordt uitgevoerd.
BRZO
Er is een kleine uitbreiding op komst van de mogelijkheden om medewerkers te testen. In eerste instantie zal die uitbreiding beperkt blijven tot bedrijven die onder het BRZO-regime vallen: het Besluit Risico Zware Ongevallen. Het gaat hier om aangewezen bedrijven met zodanige hoeveelheden gevaarlijke stoffen, dat ze een risico vormen voor medewerkers én omgeving.
ADM
Het overgrote deel van de werkgevers mag in het bedrijf dus geen alcohol- of drugstesten uitvoeren. Zij zullen een beleid rond alcohol, drugs en medicijnen (ADM) moeten hanteren zonder medewerkers hierop te testen. Zie voor de mogelijkheden de Handreiking alcohol-, drugs- en medicijnbeleid en het bijbehorend format van de SER.
Nieuwe regelgeving ongewenst gedrag?
De huidige regelgeving rond ongewenst gedrag is vrij globaal uitgewerkt. Dat geeft onduidelijkheid. Zeker omdat de Nederlandse Arbeidsinspectie bij inspecties eigen concretere richtlijnen hanteert, bijvoorbeeld over de vertrouwenspersoon. Mariette Hamers, de ‘regeringscommissaris grensoverschrijdend gedrag’ schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat het kabinet scherper zal normeren wat er van organisaties verwacht mag worden in het tegengaan van grensoverschrijdend gedrag. Termijnen van nieuwe regelgeving zijn niet genoemd.
Tot slot
Alles overziend ontstaat een bont beeld van vaststaande en mogelijke wetswijzigingen. Ook de invoeringsdatum van diverse nieuwe regelingen staat nog niet vast. Zo wordt 2023 een jaar om als arbo-geïnteresseerde nauwlettend in de gaten te houden.
Koen Langenhuysen, OR- en Arbo-trainer bij Fijn Werk (info@fijn-werk.nl)