Volgens de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex HICP daalde de Nederlandse inflatie van 16,8 naar 11,2 procent in november. Volgens de Nederlandse consumentenprijsindex CPI zakte de inflatie van 14,3 naar 9,9 procent op jaarbasis. Die daling komt vooral door gedaalde energiekosten. In de CPI werden gas, elektriciteit en stadsverwarming 100 procent goedkoper. De prijsstijging voor een nieuw contract daalde van 173 naar 70 procent op jaarbasis. Diensten werden iets goedkoper; de prijsstijgingen gingen van 6,5 procent op jaarbasis in oktober naar 5,4 procent in november. En de prijzen in de industrie gingen ook iets minder omhoog op jaarbasis: van 7,8 naar 7,1 procent.
Consument merkt er niet veel van
Maar u betaalde in november opnieuw meer voor voeding, dranken en tabak. Vooral producten waar brood, granen, vlees en zuivel in zijn verwerkt werden duurder. Op jaarbasis stegen de prijzen van 11,5 naar 12,5 procent volgens de HICP. Voedsel is nu 16 procent duurder dan een jaar geleden volgens de CPI. Die stijging was 14 procent per jaar in oktober. Hierdoor zullen de meeste consumenten nog niet hebben gemerkt dat het leven goedkoper is geworden.
Grootste boosdoener daarbij zijn en blijven de kosten voor gas en elektriciteit. Nu nemen de prijzen van deze energiebronnen minder snel toe, maar veel consumenten krijgen wel te maken met hogere termijnbedragen. Ook als ze geen nieuw energiecontract afsluiten. Volgens een experimentele rekenmethode van het CBS, met daarin ook de prijsstijging van lopende energiecontracten komt de inflatie ‘waarschijnlijk’ uit tussen 7,5 en 9,6 procent dit jaar.
Kloof met loonstijging blijft
De kerninflatie, zonder snel wisselende prijzen van energie en voedsel, bleef in de eurozone ongewijzigd staan op 5 procent in november. In Nederland nam de kerninflatie volgens de CPI af van 6,9 naar 6,8 procent. Dit cijfer overtreft zelfs het maandcijfer van de gemiddelde loonstijging in nieuwe cao’s van november: 7,2 procent op jaarbasis volgens cijfers van werkgeversvereniging AWVN. Maar het jaargemiddelde van de loonstijging blijft met 3,6 procent tot nu toe gematigd. Het Centraal Planbureau CPB verwacht voor dit jaar een gemiddelde loonstijging van 3 procent, en 4,6 procent voor 2023.