Volgens de concept-cao is de inlenersbeloning van de uitzendkracht bij het inlenende bedrijf vanaf 1 juli 2023 vrijwel gelijk aan de beloning die een werknemer in vaste dienst ontvangt. Een uitzendkracht heeft dan dus ook recht op alle toeslagen en kostenvergoedingen. Volgens de AWVN valt hieronder het periodeloon in de schaal, de toepasselijke arbeidsduurverkorting, toeslagen, initiële loonsverhogingen, kostenvergoedingen, periodieken, eenmalige loonsverhogingen en thuiswerkvergoedingen. En ook de eindejaarsuitkering.
Joop Voesten, bestuurder De Unie noemt de concept-cao ‘een breed pakket aan maatregelen waarmee onder meer belangrijke stappen gezet worden richting een evenwichtige balans tussen de beloning voor mensen met vaste - en uitzendkrachten met onzekere contracten.’
Periodiek, tenzij
Ook telt relevante werkervaring vanaf 1 juli zwaarder mee bij vaststelling van de beloning. Daarnaast krijgen uitzendkrachten bijna altijd een periodieke loonsverhoging. Tenzij de inlener kan aantonen dat de uitzendkracht een negatieve beoordeling heeft gehad op basis van dezelfde beoordelingscriteria als zijn collega’s in vaste dienst. Als de verhoging is gekoppeld aan een beoordelingsgesprek, maar de uitzendkracht dat niet heeft gehad, dan krijgt de uitzendkracht tóch een periodiek, stelt de FNV.
Ook krijgt de uitzendkracht meer te zeggen over zijn werktijden. De uitzendkracht kan zelf zijn beschikbaarheid aangeven, binnen de geldende regels over werktijden en roosteren bij het inlenende bedrijf. Die beschikbaarheid is dan leidend, en kan slechts met instemming van de uitzendkracht worden veranderd.
Meer geld, en meer waardering
De NBBU, een van de 2 koepels van uitzendbureaus betrokken bij de onderhandelingen, is blij dat de nieuwe cao nu al duidelijkheid creëert. ‘De nieuwe cao zet een nieuwe stap richting gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden, in lijn met het SER-MLT-advies’, aldus het persbericht. Karin Heynsdijk, bestuurder FNV Flex vindt het belangrijk dat er afspraken zijn gemaakt waarmee de positie van uitzendkrachten verder verbetert. ‘We zetten weer een stap naar een gelijkwaardige positie. Dat de relevante werkervaring van uitzendkrachten gaat meetellen bij hun inschaling, is één van die belangrijke afspraken. Daarmee komt er niet alleen meer loon, maar ook meer waardering voor de kunde en ervaring van een grote groep werkenden.‘
Einde van het uitzendbeding
De NBBU is ook blij dat in de nieuwe cao afspraken zijn gemaakt over arbeidsongeschiktheid die voor de lange termijn zowel juridisch, politiek als maatschappelijk houdbaar zijn. Volgens de onderhandelaars is er in deze cao geen verschil meer tussen uitzendovereenkomsten met en zonder uitzendbeding. Het uitzendcontract kan niet meer automatisch eindigen bij ziekte en einde contract. Uitzendkrachten kunnen vanaf 1 april 2023 tot 12 maanden na het einde van het contract een beroep doen op de transitievergoeding. Dat is nu 3 maanden.
Bij ziekte krijgen uitzendkrachten, net als vaste mensen vanaf 1 juli 2023 twee jaar loon doorbetaald. De doorbetaling bedraagt 90 procent in het eerste jaar en 80 procent in het tweede jaar, ook als het contract tussentijds is geëindigd. Hiervoor betalen uitzendkrachten een premie, die varieert van 0,3 tot 0,7 procent. Marten Jukema, bestuurder CNV Vakmensen: ‘Het is belangrijk dat er nu een goed vangnet komt, want vanwege de korte contracten vallen uitzendkrachten bij ziekte al snel 30 procent terug in loon.’
Looptijd
De nieuwe uitzend-cao moet op 2 januari 2023 in werking treden, met een looptijd van een jaar. De eerste inhoudelijke wijzigingen vinden plaats per 1 juli 2023. Partijen praten in 2023 verder over een cao vanaf 2024. Mochten partijen hier niet uitkomen, dan wordt de cao in 2024 automatisch met een jaar verlengd. De regering wil in 2025 een vergunningsverplichting invoeren voor uitzendbureaus en andere ondernemingen die mensen uitlenen voor werk. Deze verplichting wordt periodiek getoetst. Aanleidingen voor de verscherpte regels zijn misstanden bij huisvesting van arbeidsmigranten, waaronder veel uitzendkrachten, uitleen-, doorleen- en andere schijnconstructies.